In het kader van het 400 jarig bestaan van de Amsterdamse grachtengordel zijn vier schitterende fietsroutes ontwikkeld die de nauwe banden tussen Amsterdam en het platteland in de 17de en 18de eeuw weerspiegelen.
In deze route staat de band tussen Amsterdam en ’s-Graveland centraal, waar een kleine maar invloedrijke groep Amsterdammers zijn buitenverblijf had.
Zand voor de aanleg van de grachtengordel
In 1625, wanneer de stadsuitbreiding van Amsterdam in volle gang is, krijgen zes Amsterdamse kooplieden toestemming om een woest stuk ‘onland’ – genaamd ’s-Gravelandt – op de grens van de Gooise zandgronden en het Hollands-Utrechtse veenweidegebied te ontginnen en om daar zand te winnen.
Dat zand is nodig voor de uitbreiding van het explosief groeiende Amsterdam.
Buitenplaatsconcentratie
Deze ontginning bleek ideaal voor het stichten van een buitenplaats: goed gezelschap, fraaie tuinen en parken, frisse lucht, schoon water, gelegenheid voor de jacht en goed bereikbaar met de trekschuit. Zo ontstond een unieke concentratie buitenplaatsen in een vrijwel aaneengesloten rij.
Onderweg komt u nog andere vormen van verwevenheid tussen Amsterdam en het buitengebied tegen, zoals buitenplaatsen langs het trekvaarttraject, forten van de Hollandse Waterlinie en prachtige veenplassen ontstaan door turfwinning, de brandstof voor de stad.